Inhoudsopgave
1. Verhouding voorgrond en achtergrond
2. Samenstelling
3. Onscherp
4. Onscherpe ogen
5. Belichting
6. Te weinig of te veel foto’s gemaakt
7. Geen tijd nemen om je model te leren kennen
8. Stand van fotograferen
Verhouding voorgrond en achtergrond
Je kan gelijk al de fout ingaan met de achtergrond die je kiest. Bijvoorbeeld als je een bijzondere locatie opzoekt, zoals een graffitimuur. Een graffitimuur is een erg drukke achtergrond, waardoor de voorgrond niet meer opvalt. Het kan dus zeker op het begin helpen om juist rustige achtergronden te vinden, een effen muur kan bijvoorbeeld al voldoende zijn. Hierdoor wordt de aandacht van de kijker automatisch naar de geportretteerde geleidt.
Samenstelling
Het is belangrijk dat je goed kijkt naar de samenstelling, ofwel compositie, van een portretfoto. Een veelgemaakte fout hierin is dat er teveel ruimte overblijft boven het hoofd en de persoon. Leegte boven het hoofd van iemand voegt niet veel toe aan de foto. Je kan hierbij ook goed de compositie techniek ´de regel van derden´ toepassen.
Onscherp
Let erop dat je onderwerp voldoende scherp blijft als je de diafragma zo groot mogelijk opent. Als de achtergrond vervaagt kan het onderwerp mee vervagen. Dit kun je makkelijk oplossen: te weinig licht, gebruik dan de flitser. ISO te laag, verhoog de ISO om een snellere sluitertijd te krijgen.
Onscherpe ogen
Op de foto’s zijn de ogen niet scherpgesteld. Wanneer het onderwerp rechtstreeks naar de camera is gericht, is het gemakkelijk om beide ogen scherp te stellen. Als hun hoofd naar één kant is gedraaid, moet je de camera concentreren op het oog dat het dichtst bij de camera bevindt.
Belichting
Bij portretten is het van grootste belang om de juiste belichting te hebben voor de sfeer die je wilt creëren in de foto’s. Harde, contrastrijke verlichting werkt natuurlijk niet goed als je een zacht, romantisch portret wilt als eindresultaat. Zacht licht helpt dan weer niet om drama te creëren. Hieronder lichten we een paar voorbeelden van veelgemaakte fouten bij belichting uit:
Het hoofdlicht staat of te laag of te hoog
Bij een te laag hoofdlicht ontstaan er onflatteuze schaduwen in het gezicht. Bij een te hoog hoofdlicht krijg je juist te harde schaduwen onder de ogen, terwijl je meestal het licht in de ogen wilt behouden bij een portret.
Het scheidingslicht zorgt voor overbelichting
Het licht dat je wilt gebruiken om het model van de achtergrond te halen (het scheidingslicht), is te sterk. Hierdoor wordt het model overbelicht, waardoor de textuur en de vorm van het gezicht wegvallen. Ook kan het scheidingslicht een flare veroorzaken. Hierbij heb je het licht dat het model van de achtergrond zou moeten scheiden te veel naar jezelf als fotograaf gericht. Denk bijvoorbeeld aan het fotograferen tegen het zonlicht in.
De achtergrond is overbelicht
Wanneer je de achtergrond helemaal wit wilt hebben door het gebruik van licht, kan het zo zijn dat je de fout maakt dat het model overbelicht wordt. Dit kan komen doordat het model te dicht op de achtergrond zit bijvoorbeeld, dus daarin kan je aftasten. Daarnaast kan je het licht dat op de achtergrond staat natuurlijk iets minder sterk zetten.
Te weinig of te veel foto’s gemaakt
Beter teveel dan te weinig! Als je niet genoeg foto’s maakt, zal het net zijn dat je een bepaalde hoek mist of bij het bewerken tegen dingen aanloopt. Probeer een reeks uitdrukkingen vast te leggen. Een goede variatie tussen de foto’s door kan veel goede foto’s opleveren. Je kan hier ook de mist in gaan en te veel foto’s maken en hierdoor ontzettend veel tijd kwijt zijn aan selectie en nabewerking. Let goed op dat het model zich niet verveelt of geïrriteerd raakt omdat het te lang duurt of er teveel foto’s worden gemaakt en het model bijvoorbeeld erg lang een pose moet aanhouden.
Geen tijd nemen om je model te leren kennen
Het is belangrijk om het ijs te breken tussen je model en jij. Dat kan heel simpel, door samen koffie te drinken of een praatje te maken. Het maken van een portret vereist wederzijds vertrouwen, en daar is meestal wel wat tijd voor nodig. Een sfeer van wederzijds gemak & vertrouwen is heel belangrijk bij het maken van portretfoto’s.
Stand van fotograferen
Als je een camera vasthoudt, dan fotografeer je automatisch in landschapsformaat. Veel mensen gaan hier de fout in bij het maken van een portretfoto. Een portretfoto is meestal staand mooier, helemaal bij close-ups. Maak je echter portretfoto’s waar ook de leef, werk- of woonomgeving zichtbaar is, dan is landschapsformaat wel aan te raden.